De boogschutters van Mons

Door: Ruud Vermeer

Op 29 september 1914 verscheen in het Londense blad The Evening News een verhaal, The Bowmen, over de gevechten die Engelse legereenheden had geleverd op 23 en 24 augustus bij Mons. Daar had het kleine Engelse expeditieleger zich terug moeten trekken voor het enorme Duitse leger dat Noord-Frankrijk binnen trok.

De schrijver, Arthur Machen, had eerder van zich doen spreken doordat hij griezelverhalen, zoals The Great God Pan en The Inmost Light, had geschreven. Maar zijn populariteit was sindsdien sterk afgenomen en hij schreef nu korte anekdotische verhalen voor kranten. In dit korte verhaal deed hij het voorkomen alsof wat hij schreef echt gebeurd was. Hij zou bepaalde feiten achter moeten houden vanwege de militaire censuur. Het leek een feitelijk verslag qua stijl, maar het was overduidelijk fantasie, want in het verhaal werden de terugtrekkende Engelsen gered van totale ondergang door ‘de engelen van Mons’.

De engelen van Mons

Deze engelen waren gekleed als de boogschutters van Azincourt. In 1415 had het Engelse leger, bestaand uit boogschutters, daar een veel groter Frans ridderleger verslagen. De hemel zou zwart hebben gezien van de hoeveelheid pijlen die werden afgeschoten. En zoiets zou in die augustusdagen van het eerste oorlogsjaar dus ook gebeurd zijn. Een wonderlijk spookachtig leger van boogschutters dat plots aan de hemel was verschenen en dat het Duitse leger tijdelijk tot staan had gebracht.

Machen en ongetwijfeld ook de redactie van de krant hadden het bedoeld om de soldaten een hart onder de riem te steken. Het Engelse leger had flinke klappen gekregen en de Duitse opmars was door ‘het wonder aan de Marne’ tot staan gebracht. De loopgravenoorlog stond op het punt te beginnen.

De boogschutters van Mons

Het moet dat ook een verrassing zijn geweest toen er in de weken erna brieven van frontsoldaten binnenkwamen waarin de schrijvers beweerden het engelenleger echt te hebben gezien. Er zouden bij die terugtocht werkelijk figuren aan de hemel zijn verschenen waardoor het Duitse leger met onverklaarbaar grote verliezen tijdelijk tot staan werd gebracht. Er zouden zelfs Duitse lijken met wonden veroorzaakt door pijlen zijn gevonden.

Dit verhaal kreeg een nieuw leven toen het in de jaren zestig terecht kwam in de occulte potpourri van De dageraad der magiërs van de Franse schrijvers Pauwels en Bergier. Daar werd het een onderdeel van semi-magische gebeurtenissen die onverklaarbaar werden geacht. In wezen was het als verhaal zelf niet bijzonder. Machen had betere geschreven. Maar het was het gevolg waardoor het telkens opnieuw in de belangstelling kwam.

Natuurlijk is er onderzoek naar gedaan. De belangrijkste vraag daarbij was en is of er door de frontsoldaten iets over dit ‘wonder’ is geschreven vóór Machen erover schreef. Tot nu toe is die vraag niet positief beantwoord. Alle brieven die men heeft dateren van nà de publicatie van The Bowmen. Machen zelf maakte het er niet eenvoudiger op door zelf later aan te geven dat hij het allemaal verzonnen had. Het verhaal werd later in de oorlog ook gebruikt als ‘bewijs’ dat God en de engelen dus aan de kant van de geallieerden stonden.

Het is met name deze vraag die terugkomt in een 2013 verschenen roman van de Nederlandse schrijver Paul Janssen. In De wonderlijke wereld van Axel Munthe krijgt het voorval en de nasleep veel aandacht. Axel Munthe heeft werkelijk bestaan. Hij leefde van 1857 tot 1949 en was arts en schrijver. Hij woonde en werkte onder andere in Parijs en Napels. Bekend is zijn zelfontworpen huis op Capri. Hij kende veel internationaal bekende schrijvers en denkers. Dat gegeven heeft Paul Janssen dan ook goed gebruikt in zijn roman.

Munthe ontmoet in de herfst van 1915 in een Engels veldhospitaal een officier, Sean Wildermore, die beweert:

‘’Arthur Machen hoorde het van ons,’ (…) ‘En nu beweert hij dat hij alles heeft verzonnen. Dat het als symbool van hoop was bedoeld, maar nooit heeft plaats gevonden. Maar dat is niet waar. Een jaar geleden, bij de slag bij Mons, zag ik boogschutters uit de slag van Azincourt. Dezelfde boogschutters die in 1415 over het Franse leger triomfeerden.’’

Wildermore beschrijft daarna wat er in zijn ogen gebeurde. Zijn conclusie is duidelijk: Machen beschreef wat er was gebeurd! En nog wat! Hij had er een foto van gemaakt. Die zat echter nog in zijn camera en moest nog ontwikkeld worden. Wie wil weten hoe het verhaal afloopt moet de roman maar lezen. Hier volstaat het om aan te geven hoe het ‘wonder’ zelfs nog meer dan honderd jaar later voor een boeiend verhaal kan zorgen.

Voor Machen had de publiciteit het voordeel dat zijn werk dat dus in vergetelheid dreigde te geraken, weer in het nieuws kwam en werd herdrukt. Zo kreeg hij ook weer de kans om langere en originelere verhalen te schrijven, zoals The Great Return en The Terror.

Arthur Machen

Literatuur

Paul Janssen, De wonderlijke wereld van Axel Munthe, Uitgeverij Marmer, Baarn, 2013

Arthur Machen, The White People and Other Weird Stories, Penguin Classics, New York, 2011 (hierin o.a. The Bowmen)

Terug naar boven