Transformatie van mens naar dier

Door: Ruud Vermeer

‘(…) en hij werd uit de gemeenschap der mensen verstoten en at gras als de runderen, en door den dauw des hemels werd zijn lichaam bevochtigd, totdat zijn haar lang werd als (de veren) der arenden en zijn nagels als die der vogels.’ (Daniël 4: 33)

Dit overkomt de Babylonische koning Nebukadnezar op het toppunt van zijn macht. Hoewel het Bijbelboek Daniël gebeurtenissen beschrijft die in de zesde eeuw voor Christus zouden hebben plaats gevonden, is het waarschijnlijk dat het pas driehonderd jaar later is opgeschreven. Wel is het één van de oudste verhalen over hoe mensen tijdelijk in dieren veranderen.

Tegenwoordig is het geloof dat mensen zich daadwerkelijk in dieren kunnen veranderen vrijwel uitgestorven. Wel bestaat er zoiets als ‘klinische lycantropie’, waarbij iemand overtuigd is dat hij of zij in een dier is veranderd. De naam komt uit het Grieks en verwijst naar Lycaon, een koning van Arcadië die de alwetendheid van Zeus op de proef stelde door hem mensenvlees voor te zetten. Als straf veranderde Zeus de koning in een weerwolf. Het verhaal komt voor in de Metamorfosen van Ovidius.

Voor de oorsprong van de gedachte dat mensen zich in dieren konden veranderen moeten we nog verder terug de geschiedenis is. Het is niet voor niets dat striptekenaar en filmmaker Enki Bilal in de film Immortel, Ad Vitam (2004) de Egyptische goden op aarde laat terugkeren. De gedaantes van Horus, Anubis, Bast en Hathor spreken ons nog steeds aan. Eén simpele verklaring is dat ze goddelijke aspecten vertegenwoordigden van de dieren die men om zich heen zag.

Er wordt verondersteld dat de Egyptische priesters tijdens begrafenisrituelen maskers droegen van de goden die bij het ritueel betrokken waren. Ze speelden een rol waarbij ze hun eigen ego dienden te vergeten.

Ook in andere culturen werden dieren gebruikt voor soortgelijke rituelen. Sjamanen in het hoge noorden zochten hun contact met het hogere door zich te hullen in huiden van dieren die daarbij een bemiddelende rol konden spelen. In de Noordse sagen kennen we de berserker, een strijder die zich hulde in de huid van een beer en zich ook zo ging gedragen. Zo stormden ze letterlijk als bezetenen op de vijand af en leken onkwetsbaar.

In Frankrijk was er aan het einde van de zestiende en begin zeventiende eeuw een serie processen waarbij mensen verdacht werden een weerwolf te zijn. Opmerkelijk daarbij was dat veel mensen bekenden er één te zijn. Het leek een relatie te hebben met het geloof in heksen. Hoe kon je anders zomaar in een dier veranderen?

Weerwolffilms

De eerste weerwolffilm was Werewolf of London uit 1935. Een botanist, op zoek naar een bijzondere plant, wordt gebeten door een weerwolf. De clou is dat de plant die hij zoekt, een geneesmiddel zou bevatten waardoor hij van het weerwolf zijn af kan komen.

The Wolf Man in 1941 met Lon Chaney in de rol van het monster is veel populairder geworden. Het behaarde gezicht van Chaney wordt nog steeds gezien als iconisch voor het soort films. Het verhaal over een man die geen controle heeft over het beest dat in hem huist.

Typisch genoeg kreeg de film geen vervolg. De weerwolf was in Hollywood en daarbuiten veel minder populair dan de vampier. De reden was waarschijnlijk dat het maken van een weerwolfkostuum te duur was en dat het moeilijk was om de metamorfose goed en geloofwaardig in beeld te brengen.

In 1957 verscheen I was a Teenage Werewolf die misschien alleen aandacht kreeg was omdat Michael Landon, een acteur die in de toenmalige hitserie Bonanza, de hoofdrol speelde.

Een andere bekende acteur, Michael J. Fox, speelde de hoofdrol in Teen Wolf uit 1985. Deze film was meer een comedy, waarin iemand midden tijdens een basketbalwedstrijd verandert in een weerwolf.

Jack Nicholson speelt de hoofdrol in Wolf uit 1994. Hij doet zijn best om geloofwaardig over te komen, maar slaagt daar niet volledig in.

De film die algemeen wordt gezien als de beste weerwolffilm is An American Werewolf in London. Deze film uit 1981 bevat één van de gruwelijkste scènes waarin een man verandert in een weerwolf. Het begint met twee jongens die met rugzakken door de Engelse Moors lopen en aangevallen worden door een weerwolf. Eén jongen sterft en de ander is besmet. De diepgang zit in het gegeven dat de hoofdpersoon zich schuldig voelt over de dood van zijn vriend en tegelijk moet leren omgaan met zijn eigen transformaties.

Voor de maker van de film, John Landis, was er twee jaar later nog een bijzonder vervolg. Toen Michael Jackson de American Werewolf had gezien, nodigde hij de maker ervan uit om de beroemd geworden clip te maken van Thriller. Het was toentertijd met 14 minuten de langste clip. Hij was duur voor die tijd en geldt eigenlijk nu nog steeds als de meest populaire muziekclip. In de film verandert Jackson eerst in een zombie en daarna in een weerwolf. De rap in het nummer werd gedaan door acteur Vincent Price (1911 – 1993) die vooral bekend is door zijn rollen in horrorfilms.

In de popmuziek waren weerwolven ook even populair. Zangers en groepen, zoals Ozzy Osbourne, Metalica, Thin Lizzy en The Cramps maakten er nummers over. Het bekendst is misschien Werewolf of London van Warren Zevon uit 1978.

Weerwolven kwamen ook voor in kinderfilms en –boeken, zoals The Beauty and the Beast van Walt Disney (1991) en in de Harry Potterserie van J.K. Rowling.

Angela Carter

Eén van de meest bijzondere films waarin weerwolven een belangrijke rol spelen is The Company of Wolves (1984) van Neil Jordan. Het scenario was geschreven door Angela Carter. Het is een sprookjesachtige film waarin verschillende verhalen als in een raamvertelling aan elkaar zijn verweven. Ze nam daarvoor verschillende verhalen uit The Bloody Chamber (1979), waarin ze een verrassende draai gaf aan bekende sprookjes.

De film start met het thuis komen van ouders van een meisje dat thuis in bed ligt te slapen en droomt. Het zijn vreemde nachtmerrieachtige beelden waarin haar poppen levensgroot bewegen in een donker bos waar ze doorheen rent. Maar het is haar oudere zus die gedood wordt door wolven. Na de begrafenis moet de hoofdpersoon met haar grootmoeder mee. Die blijkt in een klein dorp te wonen waar mensen in een andere tijd lijken te leven. Grootmoeder zit vol met vreemde levenslessen, waaronder: vertrouw nooit een man met doorlopende wenkbrauwen. Prompt krijgen we een verhaal te zien over een jonge vrouw die verliefd wordt op een knappe jongeman met doorlopende wenkbrauwen. Vreemd genoeg zijn er van hem geen familieleden op het huwelijksfeest en als tijdens de huwelijksnacht de wolken voor de volle maan verdwijnen, moet hij plotseling naar buiten. Daarna horen we wolven huilen. Hij komt niet meer terug. Jaren later als de vrouw opnieuw getrouwd is en kinderen heeft, staat er onverwachts een haveloze man voor de deur die beweert haar echtgenoot te zijn. Hij lijkt haar te willen aanvallen, maar ze wordt gered door de komst van haar echtgenoot. In het gevecht dat erop volgt verandert de vreemdeling in een weerwolf. Het was in 1984 een goed verfilmd horrormoment. De echtgenoot komt gelukkig op tijd thuis en doodt het beest. Dat verandert dan weer in het lijk van een jonge man.

Zo zit de film vol met verhalen met subplots die allemaal verwijzen naar sprookjes die we kennen. We zien een meisje dat op Roodkapje lijkt naar haar grootmoeder gaan. Onderweg wordt ze lastig gevallen door een weerwolf. Ze hakt een poot af van het beest en ontdekt dan later dat haar grootmoeder die ziek in bed ligt een hand mist.

Angela Carter (1940 – 1992) schreef romans, verhalen en essays over onder meer het werk van De Sade. Nu hebben ook veel van haar romans iets sprookjesachtigs in zich, maar de verhalenbundel The Bloody Chamber was haar doorbraak bij een groter publiek. Het bevat bewerkingen van sprookjes van Charles Perrault. Het titelverhaal bijvoorbeeld is een variant op Blauwbaard. De film is gebaseerd op het gelijknamige verhaal uit deze bundel.

In de literatuur is de weerwolf beduidend minder populair dan de vampier. Laatst genoemde komt vaak voor als een wat gedegenereerde man of vrouw van adel, terwijl de weerwolf vaak een arme sloeber is die ten prooi valt aan zijn eigen moordzucht. Boeken en verhalen met een weerwolf als hoofdpersoon zijn dan ook schaars. In 1857 schreef Alexandre Dumas (1802 – 1870) Le meneur des loups, waarin een Franse boer een verdrag sluit met de duivel. Als aan al zijn wensen is voldaan, verandert de man in een weerwolf en eigent de duivel zich zijn ziel toe.

Het bekendst is wellicht The Werewolf of Paris uit 1933 van de Amerikaan Guy Endore (1901 – 1970). Het is een verhaal in een verhaal over een sergeant Bertrand Caillet die betrapt wordt bij het opgraven en eten van lijken. Zijn jeugd was verschrikkelijk en hij werd opgevangen door een pleegoom, de man die later ook het levensverhaal optekent als een manier om de daden van Bertrand te verklaren. De moordlust wordt tijdelijk in bedwang gehouden als hij tijdens de Frans-Duitse oorlog dienst neemt en verliefd wordt. Maar als vervolgens de Commune-opstand uitbreekt en hij zijn geliefde kwijt raakt, gaat het weer mis. Hij valt mensen aan en wordt tenslotte opgesloten in een inrichting. Daar pleegt hij uiteindelijk zelfmoord.

Kitsune

Zoals al gezegd zijn er veel meer verhalen over hoe mensen kunnen veranderen in een dier. In de Japanse mythologie bijvoorbeeld komen veel verhalen en sprookjes voor over vossen met magische krachten, die de dieren onder andere in staat stellen om een menselijke gedaante aan te nemen. In sommige verhalen trouwen vossen zelfs met mensen. Hun rol is niet zelden een dubbelzinnige: ze bedriegen mensen, maar helpen ze eveneens.

‘Kitsune’, zoals de vossen worden genoemd, zijn te vergelijken met de Griekse god Hermes. Ze dienen als boodschapper voor de Shinto-god Inari, die zowel man als vrouw als androgyn is. Hij/zij is de god van de rijst, die soms ook zelf als vos wordt afgebeeld. Dat verklaart het voorkomen van vossenbeelden rondom de Inari-tempels. De mate van wijsheid van een kitsune is af te leiden uit het aantal staarten (maximaal negen) dat hij heeft.

Kitsune nemen vaak – bij voorkeur na het vallen van de avond – de gedaante van een mooie vrouw aan. Dat doen ze onder meer door op een specifieke plek haar lichaam binnen te dringen – een detail dat ook in westerse verhalen over weerwolven voorkomt.

Louis Couperus die in 1922 Japan bezocht, kwam met het geloof in aanraking en schreef in Nippon:

‘Verlichte menschen, dokters, in Japan, en menschen ook die lang buiten hebben gewoond, waar tusschen de rijstvelden de Inari, de rijstgod, de vos een weldadige godheid is, gelooven, vàst gelooven aan het feit, dat een mensch bezeten kan worden door een vos, die tusschen nagel en vingervleesch zich zoû wringen in een menschelijk lichaam, en zich dan zoû nestelen op een teêre plaats, ergens tusschen hart en maag.’

In de huidige tijd zijn verhalen en films over weerwolven niet echt populair. Het is ook een stuk eenvoudiger èn goedkoper om zombiefilms te maken. Een andere manier om het beestachtige in de mens te tonen…

Een eerdere versie van dit verhaal verscheen in Pandora jaargang 7, no 4 (2018)

Terug naar boven